Terug naar het overzicht

“Wie bij ons koopt, gaat niet naar een andere bakker!”

In de serie bedrijfsbezoeken viel het oog van wethouder Economie Christiaan Peetoom deze keer op bakkerij Beerse. Brood van Beerse is tenslotte een begrip in Alkmaar, dus hoog tijd voor een kijkje achter de schermen in de bakkerij.

Hein Beerse (links) en Christiaan Peetoom in de bakkerij aan de Berenkoog Foto I. Straver

En dus gaat hij eens kennismaken met Hein Beerse, eigenaar van dit familiebedrijf. Met 8 winkels en de centrale bakkerij aan de Berenkoog, kun je dit familiebedrijf wel een Alkmaars pareltje noemen. Ondanks dat de roots in Sint Pancras liggen. Christiaan Peetoom is benieuwd hoe het is om aan het hoofd te staan van een familiebedrijf dat met zo’n 90 werknemers een begrip is in onze stad.

Kun je iets vertellen over de start van Bakkerij Beerse?
“Mijn overgrootvader startte in 1904 zijn bedrijf in Sint Pancras en sinds 2004 voeren we dan ook met trots het predicaat Hofleverancier. We hebben nog steeds een winkel in Sint Pancras. En inmiddels ook eentje in Zuid-Scharwoude door een bedrijfsovername, net als een paar jaar geleden de winkels van bakkerij Baltus. Eigenlijk al een beetje met het oog op de toekomst. Ik ben zelf de 4e generatie en sta op het punt een stapje terug te doen, zodat mijn zoon Koen en dochter Sam de volgende generatie Beerse zijn die aan het roer staat. Mijn andere dochter Noor kiest ervoor om niet in het bedrijf te stappen. En dat is ook prima. Maar hier niet meer dagelijks rondlopen zal best even wennen zijn denk ik. Wel merk ik dat het ontzettend leuk is om met je kinderen te werken. Enige nadeel is dat ik me tot die tijd nooit zorgen maakte om de toekomst, maar nu wel… ze gaan dingen anders doen, en dat is goed. Maar ik laat in ieder geval een gezond bedrijf achter.”

Hoe is het om ondernemer in Alkmaar te zijn en loop je nog ergens tegenaan?
“Ondernemen moet je leren, maar is eigenlijk net het gewone leven. Je moet risico durven nemen, anders kom je niet verder. Maar dat is soms best lastig, want het gaat vaak om grote bedragen, zoals bijvoorbeeld nieuwe ovens of de composteermachine, die we als één van de weinige bakkers in Nederland hebben. Het eindproduct wordt gebruikt voor diervoer. En ook ben je eigenlijk de hele dag bezig met zaken ‘opruimen’ die voor je voeten komen. Met name het Rijk is hier bepalend in met allerlei wetten en regels. Je hebt een brede kennis nodig. Van de grondstoffen tot je klant en van de energiecrisis tot aan het graan in Oekraïne. Je moet je overal in verdiepen, want dat is wel je eerste verdienste. Toen ik destijds de bakkerij van mijn vader overnam, had ik daar allemaal geen idee van. Gaandeweg kom je er steeds meer achter wat je niet weet. Ondernemen in Alkmaar bevalt ons prima en ik loop eigenlijk nergens tegenaan. In tegendeel, mijn ervaring met de gemeente is eigenlijk alleen maar positief. Bijvoorbeeld toen we hier de bakkerij wilden vestigen. De locatie op de Beverkoog is fantastisch. Helemaal nu de brug hier aan de noordkant er is.”

Wordt hier in de bakkerij alles gebakken of ook elders?
“Groot brood maken we ’s nachts. Mijn zoon en 2 werknemers beginnen ’s avonds om half 12 met bakken tot 6.00 uur ’s morgens. Daarna starten we met gebak, soezen, koekjes en het kleine brood. Kadetjes, krentenbollen, ciabatta, croissantjes en natuurlijk de kaasstengels worden allemaal hier voorbereid en in de winkels afgebakken. Onze kaasstengels zijn razend populair, we verkopen er zo’n 6 tot 10.000 per week. ‘s Morgens vroeg staat het hele magazijn hier dan ook vol met producten, die dan naar de winkels worden gebracht. Brood dat over is, gaat naar kinderboerderijen en ik lever brood aan de voedselbank in Langedijk en Alkmaar. En ja…als er dan te weinig brood over is, bak ik speciaal hiervoor extra brood. Ik vind dat belangrijk.”

Heeft de coronaperiode nog impact gehad op jouw bedrijf?
“Op zich niet. Die periode was voor ons qua omzet juist positief. Maar het leverde wel veel stress op onder de medewerkers. Het leuke van die tijd was wel dat er meer aandacht kwam voor het vak. En dat vind ik als bakker natuurlijk leuk. Zelf heb ik door corona mijn geur verloren. Heel vervelend in mijn vak. Met name het missen van geuren bij gevaar, zoals gaslucht of stank, zijn vervelend om kwijt te zijn.”

Ben je ook leer-werkbedrijf en heb je moeite om personeel te vinden?
“Jazeker. We doen veel met het ROC in Heerhugowaard en Amsterdam. Die hebben een bakkersopleiding.Dat is tenslotte ook onze kweekvijver voor personeel. En op zich lukt het meestal wel om personeel te vinden. Mijn tip is dat je goed voor ze moet zijn en moet zorgen dat ze het leuk vinden om voor je te werken. En meer betalen dan de concurrent. Ik heb ook veel personeel dat al lang bij ons werkt. In de winkel in Sint Pancras heb ik een medewerkster die er al net zo lang werkt als ik zelf.” Hein grinnikt: “Veel klanten denken dat zij mijn vrouw is, maar dat is dus niet zo.”

Wat is nou typisch Beerse?
Hein lacht. “Ja dat vraag ik me ook wel eens af. Ik denk een combi van een goed product en dat mensen worden ‘gezien’ in onze winkels. We zijn de bakker van de hoek, een buurtwinkel. We hebben zo’n 16.000 klanten per week. Dat is echt ons grootste kapitaal. Klanten hechten ook aan ons brood. Wie bij ons koopt, gaat niet naar een andere bakker. Toen we een winkel in Bergen overnamen en het ‘Bergense stoetje’ uit het assortiment verdween, kregen we van de klanten zelfs een petitie. En ja, het stoetje is weer terug…”